Een Wandeling

De stad is leeg de markt is leeg, de straten zijn verlaten
Ik loop hier door zo’n stille steeg en hoor een schaap daar blaten
Nieuwsgierig stap ik naderbij, de wind die huilde zwaar
Het miezerde, een matte lamp wierp een vaal schijnsel daar

Niet slechts een schaap meer vee was daar, daar is iets aan de hand
Want ik zag ook os en ezel staan, in dat lege winkelpand
Op ’t zelfde moment kwamen uit de mist, drie schimmen naderbij
Zij spraken in een vreemde taal en vreemd was hun kledij

Ze hadden het over een kind, dat ze wilden gaan begroeten
Ik was verbaasd in die lege stad, die lui hier te ontmoeten
En ‘k begon dan ook ter plekke in vertwijfeling te raken
Maar achterin dat pand zag ik plots, een hele gang van zaken

Daar zat een jonge vrouw met man, ja schitterend van gestalte
En daarbij nog een man of zes, van veehouders gehalte
Die drie sujetten prevelden en maakten allerlei gebaren
Wat is hier aan de hand dacht ik, ik kon het later wel verklaren

Want het was overduidelijk en zeker en gewis
Dat ik aldaar getuige was, van een gebeurtenis

Zo gaat het met een wandeling, door stad of vrije velden
Er is altijd wel een handeling of een gebeurtenis te melden.

Jilles